Privileges politici flink beperkt

ORANJESTAD — De rechtspositie van politici en bestuurders wordt flink versoberd. De pensioensleeftijd van ministers en parlementariërs gaat respectievelijk tien en vijftien jaar omhoog. Ook wordt de overbruggingstoelage aangepast en het vakantiegeld van vertrekkende ministers met 50 procent gekort. Een concept Landsverordening hiertoe werd gisteren aangenomen in de ministerraad.

Volgens dit wetsvoorstel zullen ministers, in plaats van op hun 45e levensjaar pas op hun 60e met pensioen mogen. Voor Statenleden geldt hetzelfde. Nu mogen zij al op hun 50e met pensioen. De regeling geldt niet alleen voor toekomstige gezagsdragers. De huidige lichting ministers komt er niet onderuit, zo ontstreept het kabinet. Premier Eman (49) wijst erop dat hij, vanwege zijn acht jaar in de Staten voor hij premier werd, onder de huidige regeling volgend jaar aanspraak zou kunnen maken op pensioen. Voor hem en enkele van zijn collega’s wordt dit nu dus opgeschoven naar hun zestigste verjaardag. Voor wat betreft de overbruggingstoelage is het de bedoeling dat, in plaats van de gebruikelijk som die wordt overgemaakt gelijk aan een heel jaar salaris, vertrekkende Statenleden een jaar lang het verschil krijgen uitgekeerd tussen hun oude en hun nieuwe salaris. Vakantiegelden voor ministers worden gehalveerd. Deze bleken aan het eind van regeertermijnen namelijk behoorlijk op te lopen, aangezien ministers doorgaans geen vakanties opnemen, aldus het kabinet.

Einde opstapeling pensioen
Een andere ingreep in de rechtspositie van ministers is dat een minister pas na twee termijnen recht krijgt op een vol pensioen. Daarnaast dient het ministerspensioen als plafond, mocht de persoon in kwestie meerdere functies hebben gehad. De opstapeling van verschillende pensioenen houdt daarmee op. De maatregelen gelden ook weer voor de huidige ministers. Voormalige bestuurders die inmiddels van hun pensioen genieten onder de huidige wetgeving hoeven zich geen zorgen te maken. “Wij kunnen niets doen aan de geaccumuleerde pensioenen van voormalig premier Oduber, en ik moet zeggen ook niet aan die van voormalig premier (Henny, red.) Eman”, aldus premier Mike Eman
De maatregelen zijn in het kader van de Sociale Dialoog. De versoberingswet geeft volgens premier Eman ‘geloofwaardigheid, inhoud en moreel gezag’ aan de hervormingen die uit de Dialoog vloeien. Tevens maakt verkiezingsbelofte schuld. “In onze verkiezingsprogramma van 2009 hebben wij ons voorgenomen om gehoor te geven aan de zorgen hierover binnen de bevolking. Wij hebben het ook in ons regeerprogramma opgenomen en tenslotte kwam het ter sprake tijdens de Sociale Dialoog. We hebben ons voorgenomen om als eerste het voorbeeld te geven voor veranderingen die nodig zijn om Aruba de komende jaren economische weerbaar te maken ”, aldus de premier.

Om de versobering van de rechtspositie van politieke gezagdragers te vertalen naar een Landsverordening werd in mei van dit jaar een commissie ingesteld. Deze bestond onder meer uit regeringsadviseur Piet Pronk, voormalig Statenvoorzitter Eddie Croes en een aantal ambtenaren van Directie Financiën, Directie Wetgeving en DPO. Uiteindelijk werd een wetsvoorstel gemaakt met als leidraad de aanbevelingen van de Commissie Fowler. Deze kwam al in 1999 met aanbevelingen voor de versobering van de secundaire voorwaarden voor ministers en parlementariërs. “In al de jaren sindsdien is daar niets mee gebeurd”, aldus premier Eman, die stelt dat het nu aangeboden concept Landsverordening zelfs verder gaat dan de aanbevelingen van de Commissie Fowler.
Benki Fowler, voorzitter van die commissie, was ook aanwezig bij het ondertekenen van het concept Landsverordening. In 1999 werd ‘zijn’ commissie in het leven geroepen, na onlusten die voortvloeiden uit salarisverhogingen voor politieke gezagsdragers die toen unaniem door de Staten werd aangenomen. Met name de overbruggingstoelage is een doorn in het oog van Fowler. “Het was bedoeld om als overbrugging te dienen voor wanneer een minister of Statenlid weer terug in de maatschappij gaat. Niet als bonus voor een Statenlid die minister wordt.”

Reactie oppositie
Andin Bikker (PDR) zegt het concept Landsverordening ‘ontzettend goed’ te vinden. Tijdens zijn laatste persconferentie wees hij erop dat als burgers zelf minimaal tot hun 60e moeten wachten tot hun pensioen, het niet anders moet zijn voor ministers en Statenleden. Ook de overbruggingstoelage, zoals het nu is, is op een denkfout gebaseerd, aldus Bikker. Wel vraagt de partijleider zich af in hoeverre de nieuwe Landsverordening met terugwerkende kracht geldig kan zijn. De fractie van oppositiepartij MEP heeft, net als die van PDR, het concept Landsverordening nog niet in handen gekregen. “Wij wachten tot we het door hebben kunnen lezen voordat wij een inhoudelijke reactie erop geven”, aldus fractielid Ady Thijssen.
Het nieuwe concept Landsverordening voor aanpassing van de rechtspositie van ministers en Statenleden moet nog naar de Raad van Advies en ook naar de Staten die het moet goedkeuren.